Programma's

1 Klimaat en weer

1. Klimaat en weer

De opgave is groot en urgent
Wereldwijd was 2024 het warmste jaar ooit opgetekend, aldus de Europese aardobservatiedienst Copernicus. Het was ook een maand met contrasterende neerslagextremen in heel Europa, waarbij veel gebieden hun droogste maart ooit beleefden en andere juist hun natste in minstens 47 jaar. Het zijn al lang geen incidenten meer. Sterker nog, we kijken er al bijna niet meer van op als er weer een temperatuurrecord sneuvelt. Wereldwijd is de gemiddelde temperatuur inmiddels al bijna 1,5 °C hoger ten opzichte van het pré-industriële tijdperk. De effecten van het broeikaseffect doen zich sneller en heviger voor dan lang werd gedacht.

Eindhovense doelstelling
Eindhoven neemt de verantwoordelijkheid om de stad klimaatbestendig in te richten en om de CO₂.-uitstoot flink terug te brengen. Dit doen we om klimaatverandering tegen te gaan en de negatieve effecten zoveel mogelijk te minimaliseren. Niet voor niets heeft Eindhoven in 2016 al stedelijke CO₂-doelen vastgelegd in een Klimaatverordening. Daarmee was Eindhoven de eerste en voor zover bekend enige stad die klimaatdoelen juridisch verankerde in regelgeving. In 2030 moet de uitstoot van broeikasgassen in Eindhoven ten opzichte van 1990 met minimaal 55% zijn teruggebracht. In 2050 moet deze zijn teruggebracht naar nul. Het huidige bestuur heeft de klimaataanpak als één van de belangrijkste opgaven in het bestuursakkoord gezet. Aandachtspunten in 2026 zijn onder andere het zoeken naar oplossingen voor netcongestie ten behoeve van de transitie naar duurzame energie, het uitbreiden en verder professionaliseren van de aanpak energiebesparing en het inrichten en operationeel krijgen van het publieke energiebedrijf Eindhoven Energie, zodat er een stabiele en goedgevulde projectenportfolio ontstaat. Daartoe wordt met deze conceptbegroting additioneel 500K in 2026, 700K in 2027, 1.2 mln in 2028 en 1.2 mln 2029 (totaal 3,6 mln) extra gespaard voor deze opgave. Wij stellen voor om deze middelen thematisch met een bandbreedte te labelen voor investerings- en voorbereidingskosten voor de benodigde infrastructuur voor een toekomstbestendig energiesysteem. Per project worden de komende jaren projectvoorstellen uitgewerkt en ter besluitvorming voorgelegd.

Emissiereductiepaden uit klimaatplan 2026-2030 verwerkt in de begroting
In het Klimaatplan III (2026-2030) die in juni 2025 is vastgesteld is de uitstoot van referentiejaar 1990 opnieuw vastgesteld op 1.379kt CO₂e. Daarmee komt het totale uitstootplafond voor de gehele stad in 2030 uit op 620,6 kt CO₂e. Naast de vastgestelde reductiedoelen verplicht de Klimaatverordening het college om jaarlijks een klimaatbegroting op te stellen. Deze Klimaatbegroting vermeld enerzijds expliciet taakstellingen met betrekking tot de verschillende begrotingsprogramma's en anderzijds een beschouwing op de geboekte resultaten en de komende ontwikkelingen. In deze begroting staan onder meerdere taakvelden CO₂ plafonds in de vorm van effectindicatoren, die per taakveld aangeven of we op koers zijn richting de doelstelling. Dit geldt voor de taakvelden milieubeheer (tv. 7.4), fysieke bedrijfsinfrastructuur (tv. 3.2), onderwijshuisvesting (tv. 4.2), wonen en bouwen (tv. 8.3), verkeer en vervoer (tv. 2.1), sportaccommodaties (tv. 5.2), cultuurpresentatie, productie en participatie (tv. 5.3) en beheer overige gebouwen en gronden (tv. 0.3). In het in juni vastgestelde Klimaatplan III zijn deze emissieplafonds per taakveld opnieuw vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de verschillende snelheden tussen de taakvelden onderling, terwijl tegelijk het overkoepelende doel van 55% reductie in 2030 onaangetast blijft.

Hoe staan we ervoor?
Het jaar 2023 laat een uitzonderlijk scherpe daling van uitstoot zien, die tezamen met de inzet op verduurzamingsmaatregelen, voor een groot deel verklaard kan worden door hoge gasprijzen als gevolg van de Russische inval in Oekraïne. Vooral binnen de industrie en de woningen is de daling van het energieverbruik het best zichtbaar. De inzet op verduurzamingsmaatregelen zorgen naar verwachting voor een blijvende daling van uitstoot, al zal deze veel minder scherp zijn dan in 2022 en 2023. Dit komt omdat de effecten van de scherpe daling de afgelopen jaren (kleine winstmarge bedrijven en verwarming in woningen lager door hoge energieprijzen) eenmalig zijn en deels zullen wegebben. De voorlopige cijfers voor 2024 – die alleen op nationaal niveau al beschikbaar zijn – lijken dat te bevestigen.
Naast deze incidentele ontwikkelingen speelt een andere, langjarige trend mee die een grote invloed heeft op de uitstootontwikkeling. Vanaf 2015 neemt het opgesteld vermogen aan zonnepanelen en windmolens snel toe, met als gevolg een snel schoner wordende emissiefactor voor elektriciteit. Dit zal ook de komende jaren nog een positieve invloed op de uitstootontwikkeling hebben, al zal deze op termijn afvlakken. Momenteel is grofweg de helft van de elektriciteit al CO₂-vrij. De emissiefactor van elektriciteit is inmiddels zelfs al ruim 60% lager dan in 1990.

Data en Monitoring
De cijfers in de begroting en in klimaatrapportage (bijlage) komen uit de Regionale Klimaatmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek, de emissieregistratie van het RIVM en het Nationale Energie Verkenning-Rekensysteem (NEV-RS). De gehanteerde cijfers zijn specifiek voor Eindhoven. De meest recente cijfers uit de klimaatmonitor komen uit 2023, waar het kan gebruiken we cijfers uit 2024. De uitstoot in 1990, en daarmee ook de doelstelling van 55% reductie ten opzichte van 1990, is vastgesteld met behulp van de emissieregistratie van het RIVM. Een aantal van de cijfers is nog voorlopig. Ook worden cijfers uit eerdere jaren soms aangepast naar aanleiding van nieuwe inzichten, waardoor deze soms kunnen afwijken van rapportages uit eerdere jaren.


De Klimaatrapportage 2026 geeft een verdieping op de data rondom de energietransitie en CO₂-uitstoot. Daarnaast geeft de rapportage een samenvatting van de te verwachten ontwikkeling van de broeikasgasemissies en de effecten van lokale en inspanningen gericht op de energietransitie en circulariteit.

De volledige klimaatrapportage is ook online te raadplegen: Klimaatrapportage 2026

In het dashboard van ClimateView modelleren we de verwachte uitstoot in 2030 als we onze doelstelling van 55% CO₂-reductie halen en wat we daarvoor moeten doen. We kunnen met deze software beter inschatten of onze inspanningen voldoende zijn, waar knelpunten zijn en of we moeten intensiveren. In ClimateView maken we gebruik van dezelfde cijfers als de klimaatrapportage, aangevuld met berekende socio-economische parameters, waarmee een modelmatige toekomstschets van de uitstoot wordt gemaakt. De klimaatrapportage kijkt terug op gerealiseerde uitstoot.

Groen

Groen en recreatie vormen het kloppend hart van een gezonde, veerkrachtige en aantrekkelijke stad. Ze versterken de biodiversiteit, maken de stad klimaatbestendiger, geven identiteit aan de leefomgeving en dragen bij aan het welzijn van alle inwoners. Van (speel)gazons, kruidenrijke grasstroken en gevelgroen tot plantsoenen, bomen, (stedelijk) bos, speelvoorzieningen, parken en natuurgebieden – elk stukje groene straat en plein telt.

De groene hoofdstructuur is leidend voor de gezonde ontwikkeling van de stad. Door de groene ruimtes zorgvuldig te ontwikkelen en beheren, creëren we plekken waar mensen kunnen ontspannen, spelen en verbinden met de natuur. Daarbij werken we nauw samen met andere stedelijke thema’s zoals Wonen, Economie, Verkeer, Milieu en Duurzaamheid. Zo bouwen we samen aan een leefbare en toekomstbestendige stad.
Ook in het beheer van het groen trekken we samen op met de teams voor Openbare Ruimte en Water. Want alleen door samenwerking zorgen we voor een gezonde, groene en uitnodigende leefomgeving voor iedereen.

Water

Het thema Water draagt bij aan het inzamelen en transporteren van afvalwater naar de rioolwaterzuivering. Het hemelwater wordt opgevangen, ingezameld en verwerkt. Daarnaast wordt overtallig grondwater afgevoerd om problemen bij wegen en woningen te voorkomen. In de projecten worden de straten vergroend en worden open waterstructuren zoals wadi's en waterbergingen aangebracht waardoor er ook wordt bijgedragen aan het vergroenen zoals aangegeven in de omgevingsvisie.
Door de klimaatverandering zullen zeer zware regenbuien vaker en heftiger optreden. In alle KNMI-scenario’s nemen de buien toe. Het traditionele rioolstelsel is niet ontworpen om deze grote hoeveelheden neerslag te verwerken. De riolering is bedoeld om bij normale regen het water van wegen en daken af te voeren. Om bij grote hoosbuien schade te voorkomen, zijn aanvullende maatregelen nodig. Dat kan door infiltratie in de bodem, afvoer naar open water en kortdurende berging op straat of in de openbare ruimte. We moeten accepteren dat door toename van hevige buien vaker water op straat zal staan. In het algemeen is het niet acceptabel als water gebouwen in stroomt of doorgaande wegen blokkeert. Tegelijkertijd kennen we ook langere tijden van droogte waarvoor we water willen vasthouden. Per situatie moet de meest effectieve en doelmatige maatregel worden bepaald. Hierin heeft de gemeente een centrale rol. Zij zorgt voor alle regenwater voorzieningen, zowel het traditionele riool als de andere voorzieningen in het openbare gebied. De waterschappen voeren oppervlaktewater af en de verantwoordelijkheid voor het beschermen van hun eigendom tegen indringend water ligt bij de gebouw eigenaren. Schade is nooit helemaal te voorkomen.
Het huidige WKA is vastgesteld tot eind 2026. In 2026 worden er een omgevingsplan klimaatadaptatie aangeboden ter vaststelling waarbij ook het nieuwe rioolrecht wordt vastgesteld. Hierin wordt ook speciale aandacht voor de Kader Richtlijn Water gevraagd, waarin diverse zaken voor het verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit zijn opgenomen.

Milieu

Het thema Milieu en Duurzaamheid draagt bij aan een gezonde leefomgeving. Dat doen we door de milieurisico’s en -belasting te beperken en de CO₂-uitstoot stadsbreed te verminderen.

Bij milieu betreft het de onderwerpen afval, bodem, geluid, lucht, licht, geur, gevaarlijke stoffen en elektromagnetische straling.  De milieuaspecten worden waar nodig en mogelijk toegepast bij keuzes in ruimtelijke ontwikkelingen.
Met beleid, maatregelen en handhaving dragen de milieuthema's bij aan de integrale gezonde en toekomstbestendige ontwikkeling van de stad. Ze hebben daarmee ook directe raakvlakken met uitwerking van ruimtelijke projecten. Als uitwerking van de Omgevingsvisie, onder meer van de stedelijke opgave 'Eindhoven vergroent en wordt gezonder met oog voor mens en dier' en de verstedelijkingsprincipes 'de groene hoofdstructuur is leidend voor de gezonde ontwikkeling van de stad' wordt het omgevingswetprogramma Gezonde Leefomgeving uitgewerkt.

We werken aan het bereiken van minder huishoudelijk restafval en hergebruik van bruikbare materialen uit afvalstoffen. Doelstelling daarbij is om ons primair grondstofgebruik in 2030 te halveren en in 2050 een circulaire stad te zijn. We zorgen voor een kwalitatief, doelmatig en duurzaam systeem voor de inzameling van huishoudelijk afval.
We maken de bodem schoon en sturen op de optimale inrichting van de ondergrond, zodat we ruimte hebben voor o.a. groen en dat we het potentieel van aardwarmte optimaal benutten. We maken de lucht in de stad schoner en verminderen de geluidsbelasting door middel van (sanerings-)regelingen van het rijk voor wegen. Voor licht hanteren we het uitgangspunt dat verlichting toegepast wordt als het nodig is, licht wordt afgestemd op de ruimtelijke kenmerken en eisen, de activiteiten, het tijdstip en de daarbij behorende gewenste beleving. We beperken risico’s van gevaarlijke stoffen bij gebruik binnen bedrijven en tijdens transport en toetsen de effecten van elektromagnetische velden rond antennes en hoogspanningslijnen. We houden bedrijven aan wettelijke emissie-eisen (Vergunningen, Toezicht, Handhaving). We monitoren de milieubelasting en -beleving in de stad aan de hand van rekenmodellen, meetsystemen, inwonersbeleving en rapporteren daarover. Dit gebruiken we in de keuzes die gemaakt worden in ruimtelijke besluitvorming.
Duurzaamheid gaat over de transitie van fossiele energie naar schone en hernieuwbare energie en het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen, om zo de CO₂-uitstoot drastisch te verminderen. We stimuleren hergebruik van bruikbare materialen uit afvalstoffen, gebruik van circulaire materialen, grondstoffen en producten die gezond zijn voor mens en milieu. Dat doen we door marktvraag te vergroten, (ruimtelijk) beleid te ontwikkelen en (keten)samenwerking te organiseren. Op strategische wijze werken we toe naar een betrouwbaar en toekomstbestendig energiesysteem, waarbij we steeds minder aardgas gebruiken en woningen laten aansluiten op warmtenetten of warmtepompen. Dit wordt concreet in de proeftuinen aardgasvrije wijken. We faciliteren middels het energiebesparings-programma concrete besparings- en isolatiemaatregelen, met name in de gebieden waar de woningen met de laagste energielabels zijn. We werken samen met de woningcoöperaties om dit alles te bewerkstelligen onder de noemer van het duurzaamheidspact. Op bedrijventerreinen werken we samen met onze bedrijven en ondernemers aan innovatieve oplossingen voor verduurzaming van bedrijfsprocessen en netcongestie. Via de programma’s Slim Verduurzamen Vastgoed en Slim Verduurzamen Gemeentelijke Gebouwen werken we aan de verduurzaming van ons eigen vastgoed.

Doelen

Een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende gebruiks- en natuurfuncties

                                                                                                                                               .

Optimale riolering

Minimalisering wateroverlast en/of verstoring van de oppervlakte-waterkwaliteit

                                                                                                                                               .

Afval wordt goed aangeboden, gescheiden en verwerkt

Cumulatief beheerste situatie fysieke leefomgeving

Totale CO2-reductie gemeente Eindhoven

                                                                                                                                               .

 

Highlights 2026 uitvoeringsprogramma bestuursakkoord  

  1. 1.      Versterken van een leefbare, groene en biodiverse stad:
    1. Uitvoering van het groenplancentrum (o.a. herinrichting Wilhelminaplein),
    2. Voortzetting vergroenen 50 straten, aanpak groenarme buurten icm pleintjesplan, onderhoud en uitbreiding speelvoorzieningen en parken.
    3. Intensivering beheer vanuit strategisch groenbeheerplan.
    4. Omgevingsprogramma klimaatadaptatie
  2. Verbeteren van de gezonde fysieke leefomgeving: in brede zin via opstellen omgevingsprogramma gezonde fysieke leefomgeving en specifiek de aanpak luchtkwaliteit (Schone lucht akkoord) en opstelling toekomstperspectief De Hurk.
  3. Klimaat: uitvoering vastgestelde Klimaatplan 2026-2030 gericht op reductie met ten minste 55% in 2030 en met ten minste 95% in 2050;

4.      Energietransitie:

  1. Verder verduurzaming van de gebouwde omgeving o.a via isolatie, opzetting van (pre-) SMP.
  2. Voortzetting aardgasvrij maken van wijken door uitrol warmteprogramma en (voorbereidende werkzaamheden voor) het aanwijzen van warmtekavels. Doorzetten bestaande trajecten in ’t Ven-Lievendaal en Eindhoven Noordoost. Uitbouwen en verankeren van het publiek energiebedrijf Eindhoven Energie BV gericht op een duurzame, betaalbare, inclusieve en eerlijke energietransitie in Eindhoven.
  3. Haalbaarheidsonderzoek lokaal waterstof-netwerk .
  4. Aanpak netcongestie o.a door uitbreiding/versterking infrastructuur E-netwerken.

Financiële kerngegevens

Thema

Taakveld

Lasten

Baten

Mut.res.

Saldo

Groen

Openb. groen en (openlucht)recreatie (tv 5.7)

28.555

-644

-702

27.209

Water

Riolering (tv 7.2)

26.063

-28.206

-20

-2.163

Milieu

Afval (tv 7.3)

34.654

-36.676

0

-2.022

Milieubeheer (tv 7.4)

26.024

-11.518

-2.072

12.434

Begraafplaatsen en crematoria (tv 7.5)

1.131

-648

0

483

Klimaat en weer

116.427

-77.692

-2.794

35.941

BBV-indicatoren

Indicator

peiljaar

NL

100-300

> 300

Eindhoven

Omvang huishoudelijk restafval (kg per inwoner)

2023

148

149

243

210

Hernieuwbare elektriciteit

2022

32,5

18,7

13,9

12,3

Deze pagina is gebouwd op 09/30/2025 11:24:30 met de export van 09/30/2025 11:14:31