We monitoren en rapporteren over de fysieke kwaliteit van de bodem, lucht, geluid, risico’s externe veiligheid en elektromagnetische straling en onderzoeken de beleving door onze inwoners en de gemiddelde luchtkwaliteit in Eindhoven.
We reduceren de CO₂-uitstoot ten opzichte van 1990 met minstens 55% in 2030 en zijn klimaatneutraal in 2050. We halveren ons primair grondstofgebruik in 2030 en in 2050 zijn we een circulaire stad.
% inwoners dat zich (zeer) onveilig voelt als gevolg van gevaarlijke stoffen/straling/luchtverontreiniging (1)
35%
35%
35%
35%
35%
35%
Toelichting indicator:
Bewoners wordt in jaarlijkse inwonersenquête gevraagd naar beleving van de vermelde milieuthema’s. In de inwonersenquête wordt gevraagd in hoeverre Eindhovenaren zich onveilig voelen als gevolg van opslag, gebruik en transport van gevaarlijke stoffen, straling (door bijvoorbeeld zendmasten of hoogspanningslijnen) en luchtverontreiniging in en om Eindhoven (als drie afzonderlijke vragen). De indicator geeft het percentage van inwoners dat zich onveilig voelt door minstens één van de drie oorzaken. Ook zijn de beelden per thema op buurtniveau beschikbaar in Eindhoven in cijfers.
Motivatie keuze:
Hinderbeleving wordt bepaald door 1. de mate van fysieke belasting (bv. geluiddruk, kwaliteit lucht e.d.) en 2. Overige belevingsfactoren (zoals angst, zorgen, gehoord worden door autoriteiten e.d.). Beide factoren veroorzaken boven bepaalde drempels negatieve gezondheidseffecten. De indicator geeft inzicht hoe het gevoel van onveiligheid zich in Eindhoven ontwikkelt. Dat maakt het mogelijk daarop alert in te spelen (in gesprek treden, voorlichting verzorgen, e.d.). Daarbij kan worden duidelijk gemaakt wat de fysieke belastingsituatie is en wat de gemeente doet om de oorzaken te beperken c.q. kan worden verkend welke verbeteractiviteiten wenselijk zijn.
% inwoners dat last heeft van minstens één vorm van geluidhinder (1)
51%
38%
38%
38%
38%
38%
Toelichting indicator:
Bewoners wordt in jaarlijkse inwonersenquête gevraagd naar beleving van de verschillende geluidbronnen (van wegverkeer, vliegverkeer, treinverkeer, door bedrijven en horeca, bij evenementen en/of door buren en buurtbewoners). In bewoond gebied is er vaak sprake van invloed van meerdere bronnen op eenzelfde plek (cumulatie). Dat is wat bewoners ervaren.
Motivatie keuze:
In de ruimtelijke ontwikkeling en planbeoordeling worden veelal per bron wettelijke rekentools gebruikt voor toetsing van de geluidbelasting aan wettelijke normen. Vaak is er sprake van geluidbelasting van meerdere bronnen op een plek. De bewoners ervaren die cumulatieve geluidbelasting. De integrale belasting is bepalend voor beleving en effecten op gezondheid. Door het cumulatieve beeld op buurtniveau te genereren krijgen we daar zicht op. Dat beeld kunnen we plaatsen naast de aanwezige fysieke geluidbelasting. Dat kan reden zijn aanvullende maatregelen ter reductie van de geluidbelasting te treffen.
Jaarlijks wordt de luchtkwaliteit op rekenpunten in de gemeente Eindhoven gemonitord voor de stof NO2. Deze monitoring vindt plaats voor het afgeronde jaar en toekomstige jaren waaronder 2030. Deze gegevens komen pas aan het einde van het jaar volgend op het te rapporteren jaar beschikbaar. De jaarrekening zal derhalve een jaar achter gaan lopen. De indicator geeft de gemiddelden van de stof in Eindhoven weer die lineair afloopt tot het bereiken van de WHO-normen in 2030. De aanwezige lokale luchtkwaliteit wordt voor een groot gedeelte bepaald door de aanwezige achtergrondconcentratie. Een vuistregel is dat dit voor 2/3 het geval is en door 1/3 beïnvloed wordt door lokale bronnen. Lokale maatregelen hebben dan ook alleen een invloed op de lokale piekbelasting en zullen de achtergrondconcentratie maar zeer beperkt beïnvloeden.
Motivatie keuze:
De in de indicator genoemde stof heeft een effect op de gezondheid van burgers. Het is bekend dat ook al word aan de norm voldaan dat nog steeds negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden. De indicator geeft dan ook tevens aan het verloop in concentraties naar de toekomst.
Jaarlijks wordt de luchtkwaliteit op rekenpunten in de gemeente Eindhoven gemonitord voor de stof PM10. Deze monitoring vindt plaats voor het afgeronde jaar en toekomstige jaren waaronder 2030. Deze gegevens komen pas aan het einde van het jaar volgend op het te rapporteren jaar beschikbaar. De jaarrekening zal derhalve een jaar achter gaan lopen. De indicator geeft de gemiddelden van deze stof in Eindhoven weer die lineair afloopt tot het bereiken van de WHO-normen in 2030. De aanwezige lokale luchtkwaliteit wordt voor een groot gedeelte bepaald door de aanwezige achtergrondconcentratie. Een vuistregel is dat dit voor 2/3 het geval is en door 1/3 beïnvloed wordt door lokale bronnen. Lokale maatregelen hebben dan ook alleen een invloed op de lokale piekbelasting en zullen de achtergrondconcentratie maar zeer beperkt beïnvloeden.
Motivatie keuze:
De in de indicator genoemde stof heeft een effect op de gezondheid van burgers. Het is bekend dat ook al word aan de norm voldaan dat nog steeds negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden. De indicator geeft dan ook tevens aan het verloop in concentraties naar de toekomst.
Jaarlijks wordt de luchtkwaliteit op rekenpunten in de gemeente Eindhoven gemonitord voor de stof PM2,5. Deze monitoring vindt plaats voor het afgeronde jaar en toekomstige jaren waaronder 2030. Deze gegevens komen pas aan het einde van het jaar volgend op het te rapporteren jaar beschikbaar. De jaarrekening zal derhalve een jaar achter gaan lopen en de realisatiecijfers kunnen voor het eerst ingevuld worden in de begroting 2027. De indicator geeft de gemiddelden van deze stof in Eindhoven weer die lineair afloopt tot het bereiken van de WHO-normen in 2030. De aanwezige lokale luchtkwaliteit wordt voor een groot gedeelte bepaald door de aanwezige achtergrondconcentratie. Een vuistregel is dat dit voor 2/3 het geval is en door 1/3 beïnvloed wordt door lokale bronnen. Lokale maatregelen hebben dan ook alleen een invloed op de lokale piekbelasting en zullen de achtergrondconcentratie maar zeer beperkt beïnvloeden.
Motivatie keuze:
De in de indicator genoemde stof heeft een effect op de gezondheid van burgers. Het is bekend dat ook al word aan de norm voldaan dat nog steeds negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden. De indicator geeft dan ook tevens aan het verloop in concentraties naar de toekomst.
% overschrijdingspunten vast te stellen EU-norm NO2 (1)
-
22,8%
18,2%
13,7%
9,1%
4,6
Toelichting indicator:
Jaarlijks wordt de luchtkwaliteit op rekenpunten in de gemeente Eindhoven gemonitord voor de stof NO2. Deze monitoring vindt plaats voor het afgeronde jaar en toekomstige jaren waaronder 2030. Deze gegevens komen pas aan het einde van het jaar volgend op het te rapporteren jaar beschikbaar. De jaarrekening zal derhalve een jaar achter gaan lopen. De indicator geeft het gewenste verloop in Eindhoven aan voor het percentage normoverschrijdingspunten dat lineair afloopt tot het bereiken van de nog vast te stellen EU-normen in 2030. Een rekenpunt dat een overschrijding van de norm kent is een normoverschrijdingspunt. Het percentage geeft het aandeel normoverschrijdingspunten ten opzichte van het totaal aantal rekenpunten weer. De aanwezige lokale luchtkwaliteit wordt voor een groot gedeelte bepaald door de aanwezige achtergrondconcentratie. Een vuistregel is dat dit voor 2/3 het geval is en door 1/3 beïnvloed wordt door lokale bronnen. Lokale maatregelen hebben dan ook alleen een invloed op de lokale piekbelasting en zullen de achtergrondconcentratie maar zeer beperkt beïnvloeden.
Motivatie keuze:
De in de indicator genoemde stof heeft een effect op de gezondheid van burgers. Het is bekend dat ook al word aan de norm voldaan dat nog steeds negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden. De indicator geeft dan ook tevens aan het verloop in concentraties naar de toekomst.
% overschrijdingspunten vast te stellen EU-norm PM10 (1)
-
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0.0
Toelichting indicator:
Jaarlijks wordt de luchtkwaliteit op rekenpunten in de gemeente Eindhoven gemonitord voor de stof PM10. Deze monitoring vindt plaats voor het afgeronde jaar en toekomstige jaren waaronder 2030. Deze gegevens komen pas aan het einde van het jaar volgend op het te rapporteren jaar beschikbaar. De jaarrekening zal derhalve een jaar achter gaan lopen. De indicator geeft het gewenste verloop in Eindhoven aan voor het percentage normoverschrijdingspunten dat lineair afloopt tot het bereiken van de nog vast te stellen EU-normen in 2030. Een rekenpunt dat een overschrijding van de norm kent is een normoverschrijdingspunt. Het percentage geeft het aandeel normoverschrijdingspunten ten opzichte van het totaal aantal rekenpunten weer. De aanwezige lokale luchtkwaliteit wordt voor een groot gedeelte bepaald door de aanwezige achtergrondconcentratie. Een vuistregel is dat dit voor 2/3 het geval is en door 1/3 beïnvloed wordt door lokale bronnen. Lokale maatregelen hebben dan ook alleen een invloed op de lokale piekbelasting en zullen de achtergrondconcentratie maar zeer beperkt beïnvloeden.
Motivatie keuze:
De in de indicator genoemde stof heeft een effect op de gezondheid van burgers. Het is bekend dat ook al word aan de norm voldaan dat nog steeds negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden. De indicator geeft dan ook tevens aan het verloop in concentraties naar de toekomst.
% overschrijdingspunten vast te stellen EU-norm PM2,5 (1)
-
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0
Toelichting indicator:
Jaarlijks wordt de luchtkwaliteit op rekenpunten in de gemeente Eindhoven gemonitord voor de stof PM2,5. Deze monitoring vindt plaats voor het afgeronde jaar en toekomstige jaren waaronder 2030. Deze gegevens komen pas aan het einde van het jaar volgend op het te rapporteren jaar beschikbaar. De jaarrekening zal derhalve een jaar achter gaan lopen. De indicator geeft het gewenste verloop in Eindhoven aan voor het percentage normoverschrijdingspunten dat lineair afloopt tot het bereiken van de nog vast te stellen EU-normen in 2030. Een rekenpunt dat een overschrijding van de norm kent is een normoverschrijdingspunt. Het percentage geeft het aandeel normoverschrijdingspunten ten opzichte van het totaal aantal rekenpunten weer. De aanwezige lokale luchtkwaliteit wordt voor een groot gedeelte bepaald door de aanwezige achtergrondconcentratie. Een vuistregel is dat dit voor 2/3 het geval is en door 1/3 beïnvloed wordt door lokale bronnen. Lokale maatregelen hebben dan ook alleen een invloed op de lokale piekbelasting en zullen de achtergrondconcentratie maar zeer beperkt beïnvloeden.
Motivatie keuze:
De in de indicator genoemde stof heeft een effect op de gezondheid van burgers. Het is bekend dat ook al word aan de norm voldaan dat nog steeds negatieve gezondheidseffecten kunnen optreden. De indicator geeft dan ook tevens aan het verloop in concentraties naar de toekomst.
In de Klimaatverordening 2016 is vastgelegd dat de uitstoot van broeikasgassen in de stad ten opzichte van 1990 moet zijn teruggedrongen met ten minste 55% in 2030 en met ten minste 95% in 2050. De waarden in 1990, die de basis vormen voor de doelstelling, zijn vastgesteld op basis van de meest actuele data van het NEV-RS, de RIVM en de Regionale Klimaatmonitor. In het in juli vastgestelde Klimaatplan III zijn de emissieplafonds per taakveld opnieuw vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de verschillende snelheden tussen de taakvelden onderling, terwijl tegelijk het overkoepelende doel van 55% reductie in 2030 onaangetast blijft. De gerealiseerde waarde is opgebouwd uit data uit 2023. Omdat er continu wordt gewerkt aan verbetering van data en analysetechnieken kunnen de waarden per jaar licht veranderen.
Motivatie keuze:
De uitstoot van broeikasgassen geeft weer welke impact de stad Eindhoven heeft op klimaatverandering. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende bronnen om een zo getrouw mogelijk beeld te geven van de uitstoot per taakveld.
Bron:
De Regionale Klimaatmonitor, NEV-RS, RIVM, eigen database
Bron type:
registratie
Frequentie:
jaarlijks
Hoort bij doel:
Totale CO2-reductie gemeente Eindhoven
Directe CO2-uitstoot per inwoner cf Klimaatverordening (% t.o.v. 1990) (2)
52,7% (2023)
53,3%
42,4%
38,9%
35,5%
32%
Toelichting indicator:
In de Klimaatverordening 2016 is vastgelegd dat de uitstoot van broeikasgassen in de stad ten opzichte van 1990 moet zijn teruggedrongen met ten minste 55% in 2030 en dat Eindhoven klimaatneutraal moet zijn in 2050. De waarden in 1990, die de basis vormen voor de doelstelling, zijn vastgesteld op basis van de meest actuele data van het NEV-RS, de RIVM en de Regionale Klimaatmonitor. De gerealiseerde waarde is opgebouwd uit data uit 2023.
In het in juli vastgestelde Klimaatplan III zijn de emissieplafonds per taakveld opnieuw vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de verschillende snelheden tussen de taakvelden onderling, terwijl tegelijk het overkoepelende doel van 55% reductie in 2030 onaangetast blijft.
Het doel voor directe CO2e-uitstoot per inwoner: uitstoot in 1990 (=1379 kton) gedeeld door aantal inwoners in 1990 = 0,00720228. Dit getal is 100% doeluitstoot in 2030 (=621 kton) gedeeld door geprognosticeerde aantal inwoners in 2030 (zie trendverkenning) = 0,00228258. Dit getal is 32% ten opzichte van de uitstoot per inwoner in 1990. uitstoot in 2023 (=926 kton) gedeeld door aantal inwoners in 2023 = 0,00379928. Dit getal is 52,7% ten opzichte van de uitstoot per inwoner in 1990. Tussen de uitstoot per inwoner in 2023 en de doeluitstoot per inwoner in 2030 wordt een lineaire lijn getrokken.
Motivatie keuze:
De uitstoot van broeikasgassen geeft weer welke impact de stad Eindhoven heeft op klimaatverandering. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende bronnen om een zo getrouw mogelijk beeld te geven van de uitstoot per taakveld.
Bron:
De Regionale Klimaatmonitor, NEV-RS, RIVM, eigen database
Bron type:
registratie
Frequentie:
jaarlijks
Hoort bij doel:
Totale CO2-reductie gemeente Eindhoven
Wat gaan we daar voor doen
1.1 Saneren en onderzoeken locaties
We beperken milieu-gezondheidsrisico's door te hoog belaste situaties (industrie, wegverkeer, luchtkwaliteit) te onderzoeken en saneren. We onderzoeken de bodemkwaliteit en saneren wanneer dat nodig is bij ruimtelijke ontwikkelingen.
1.2 Verbeteren woonsituatie
We maken een programma gezonde fysieke leefomgeving waarmee we gebiedsgericht maatregelen nemen en zo bijdragen aan zo groot mogelijke gezondheidswinst. Dit samen met het sociaal domein door met 8 criteria de gezondheidswinst vast te stellen.
2.1 Uitvoeren klimaatplan
We zetten breed in op energietransitie, de verduurzaming van de gebouwde omgeving en onze bedrijventerreinen en duurzame mobiliteit. We nemen onze verantwoordelijkheid als organisatie betreffende duurzame inkoop en opdrachtverstrekking. In de taakvelden 0.3, 2.1, 3.2, 4.2, 5.2, 5.3 en 8.3 kunt u lezen hoe dit doorwerkt in de speerpunten voor 2026.
In 2026 richten we ons vooral op:
•
Gezonde Fysieke Leefomgeving: we identificeren plekken waar de grootste gezondheidswinst is te halen, handhaven wettelijke normen. Waar een hoge belasting is, gebruiken we onze bevoegdheid om deze terug te dringen en dragen zo bij aan integraal gezondheidsbeleid
•
Saneren en onderzoeken locaties: sanering Eimerick, Bredalaan/Gijzenrooij (monitoring bodemsanering), aanpassing grondwaterbeheer Strijp-locaties. Woningen Leenderweg (gevelisolatie), Leenderweg buiten de Ring (aanbrengen stil asfalt).
•
Verbeteren uitvoering Milieubeleid: toepassen regels geur, ondergrond. Uitwerken Bidbook SLA. Implementeren verbeterplan ODZOB. Gezonde lucht voor alle inwoners in 2030 (WHO-norm). Actualiseren luchtbeleid, participeren in Brabantse stikstoftafel
•
Beperken overlast bedrijven: we werken aan het terugbrengen van overlastgevende situaties zoals op de Hurk middels toezicht en handhaving en het toepassen van best bestaande technieken. We gebruiken ons beleid om overlast voor onze inwoners tegen te gaan.
•
Klimaatplan: Aanwijzen warmtekavels. Voortzetten wijkaanpak aardgasvrij. Ontlasten elektriciteitsnet en netbewust ontwikkelen. Uitvoeren energiebesparingsaanpak. Gebiedsgerichte aanpak bedrijventerreinen en Green Deals voor bedrijfsleven. Stimuleren innovatie.
•
Ondergrond: de ruimte in de ondergrond is schaars en dat belemmert de ontwikkeling van de stad. We nemen de regie in handen en geven uitvoering aan het Omgevingsprogramma Ondergrond en Masterplan Bodemenergie zodat er een ordening van de ondergrond plaatsvindt.
Vergunningen, Toezicht, Handhaving (VTH): GR Odzob is een uitvoeringsdienst voor VTH (betreft het Eindhoven-deel).
2.261
0
0
Uitvoering duurzaamheid:
542
-12
0
Grondwaterbeheer: bodem en gebiedsgericht grondwaterbeheer.
334
-14
2
Milieubeheer: verbeteren omgevingskwaliteit, verlagen van cumulatieve milieu-gezondheidslast, milieu sturend maken bij ruimtelijk-economische ontwikkelingen, meetsystemen lucht en geluid, anticiperen op (boven)lokale ontwikkelingen.
2. Intensiveringen (Kadernota 2026 en Begroting 2026)
Begroting 2026:
Sparen voor klimaatopgave: oplopend naar structureel 1,3 miljoen.
3. Mutaties in meerjarenbeeld > € 1 miljoen (aanvullend op intensiveringen)
Bio energiecentrale: bij zowel begrote lasten als bij de begrote baten een stijging van 1,6 miljoen (per saldo nul); betreft het (budgettair neutraal) actualiseren van de budgetten op basis eerdere (en verwachte) realisatiecijfers.
CDOKE: Ten opzichte van 2025 nemen begrote baten en lasten van de CDOKE-middelen in 2026 met 2,7 toe. Dit verschil ontstaat door de mogelijkheid om de CDOKE-middelen per tranche flexibel in te zetten over een periode van drie jaar.
Exploitatieprojecten: (duurzaamheid): deze lopen over meerdere jaren en worden meerdere keren per jaar geactualiseerd, onder meer voor het omzetten van reguliere budgetten naar projecten. Door de vele fluctuaties is het saldo van lasten, baten en mutaties reserves een momentopname. Het saldo (lasten) daalt in 2026 naar 3,3 miljoen en loopt daarna af naar 0,4 miljoen in 2029.
Deze pagina is gebouwd op 09/30/2025 11:24:30 met de export van 09/30/2025 11:14:31