Paragrafen

3c. Onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen

De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de openbare ruimte en het gemeentelijk vastgoed (kapitaalgoederen). Deze paragraaf beschrijft de verschillende onderdelen en activiteiten. Per soort kapitaalgoed is beschreven:

  • de beleidskaders waarop het onderhoud van de kapitaalgoederen is gebaseerd;
  • door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau van onderhoud;
  • arealen;
  • de actuele staat van onderhoud.

In onderstaand overzicht is dit samengevat:

Categorie

Kapitaalgoederen

Beleidskaders

Taak-
veld

Arealen

aantal

eenheid

Openbare ruimte

Wegen (incl. fietspaden)

Wegenbeheerplan 2025-2028

2.1

Elementverharding

8.750.000

m2

Asfaltverharding

4.030.000

m2

Halfverharding

3.900.00

m2

Bruggen, tunnels en viaducten

Beheerplan bruggen, tunnels en viaducten 2022

Bruggen/tunnels/viaducten

318

stuks

Openbare verlichting

Programma stedelijke verlichting

Armaturen

55.913

stuks

Lichtmasten

53.615

stuks

Groen

Groenbeleidsplan 2017

5.7

Individueel geregistreerde bomen in beheer

111.000

stuks

Oppervlakte groen in beheer in stedelijk gebied

840

ha

Oppervlakte groen in beheer in buitengebied

1.082

ha

Kinderboerderij

1

stuks

Bokkentuinen

4

stuks

Speelplekken

518

stuks

Omheinde speeltuinen

5

stuks

Water (inclusief riolering en oevers)

WKA 2023-2026

7.2

Lengte rioolstelsel

1.370

km

Kolken

88.500

stuks

Gemalen

160

stuks

Oppervlaktewatersysteem

59

km

Overkoepelend

Visie openbare ruimte (2006), Handboek Openbare ruimte,  Basisboek Openbare ruimte en Omgevingsvisie 1.0
Handboek toegankelijkheid openbare ruimte.

Vastgoed

Gebouwen en sportcomplexen

Vastgoedbeleid

div.

Gebouwenportefeuille totaal

460

gebouwen

Waarvan gemeentelijk eigendom

304

gebouwen

Beleid

Beheer

Voortgang onderhoud

Kapitaal
goed

Nota

Looptijd

Kwaliteits-niveau:

Nota

Looptijd

financieel verwerkt in begroting

Achterstallig/uitgesteld

Wegen
Bruggen, tunnels, viaducten

Leidraad openbare ruimte (9 januari 2024), Handboek Openbare ruimte (2025), Omgevinsgvisie 2.0 (26 november 2024)

vanaf 2023

vanaf 2025

2024-2024

C, met 9,6% D

Beheerplan wegen (10 september 2024)

2025-2028

ja

Inspecties vinden 1 x per twee jaar plaats. Inspectie 2025 is nog niet bekend.

Leidraad openbare ruimte (9 januari 2024), Handboek Openbare ruimte (2025), Omgevinsgvisie 2.0 (26 november 2024)

vanaf 2023

vanaf 2025

2024-2040

 B

Beheerplan bruggen, tunnels, viaducten (2025)

2026-2029 (wordt opgesteld in 2025)

ja

 93% voldoet aan de basiskwaliteit B

Verlichting

Programma stedelijke verlichting (11 november 2021)

2022-2032

Op basis van technische levensduur

-

9,8% van de masten is ouder dan 40 jaar
34% van de armaturen is ouder dan 20 jaar

Riolering

WKA
(20-12-2022)

 2023-2026

 WKA

 2023-2026

ja

 geen achterstanden

Water

WKA
(20-12-2022)

 2023-2026

 WKA

 2023-2026

ja

Groen

Groenbeleidsplan 2017 (31 januari 2017)

 Vanaf 2017

ambitie is A, B of C  en minimaal 90%voldoet aan ambitie

Beheerplan Groen (7 november 2023)

 2024-2027

ja

Uitgesteld onderhoud waardoor 87% van de beplanting voldoet aan de ambitie

Gebouwen

Nota Vastgoedbeleid 2020, vastgesteld op 6 oktober 2020

 Looptijd 2020-2025

  basis

Meerjarenprognose Vastgoed, vastgesteld op 28 november 2023

 2023-2042 (met jaarlijkse actualisatie)

nee, zie toelichting bij gemeentelijk vastgoed.

 geen achterstanden

De in de begroting opgenomen budgetten zijn per kapitaalgoed in onderstaande paragrafen opgenomen.

Wegen

Kwaliteitsniveau
In 2025 is het kwaliteitsniveau voor wegen opnieuw vastgesteld: kwaliteitsniveau C, waarbij kwaliteitsniveau D geaccepteerd wordt als dit niet leidt tot onveilige situaties en kapitaalvernietiging (in totaal maximaal 9,6% van het totale areaal). Eens per 2 jaar worden weginspecties gehouden. Eind 2025 wordt een nieuwe inspectie uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn nog niet meegenomen in deze begroting. Op basis van de meest recente inspectie blijkt dat de hoofdinfrastructuur op orde is. Er is geen sprake van kapitaalvernietiging of onveilige situaties. Er zijn voldoende middelen beschikbaar om het benodigde onderhoud uit te voeren. Wel hebben we te maken met complexiteit in de afstemming met andere werkzaamheden, het werk met werk maken en de afstemming met stakeholder, zoals werkzaamheden als gevolg van woningbouwontwikkelingen, mobiliteitsprojecten, energietransitie en vervanging/onderhoud van kabels en leidingen.

Middelen
Eindhoven heeft op basis van het wegenbeheerplan 2025-2028 in de begroting een structureel bedrag begroot ten behoeve van het volledige geplande onderhoud en de geplande vervanging van wegen. Daarnaast beschikken we over een reserve groot onderhoud openbare ruimte van waaruit eventueel onvoorzien en niet gepland incidenteel groot onderhoud, waar geen dekking voor is, aan wegen (bijvoorbeeld ten behoeve van meeliften/werk met werk maken) uitgevoerd kan worden. De groot onderhoudsprojecten die in 2026 in uitvoering worden genomen, met daarbij geplande uitvoeringskosten, worden ten laste van de daartoe beschikbare structurele exploitatiemiddelen  gebracht. Beschikbare budgetten (exploitatie) voor groot onderhoud en klein onderhoud zijn opgenomen in onderstaande tabel. De investeringen in de wegen worden niet meegenomen in deze paragraaf onderhoud kapitaalgoederen, omdat hier geen sprake is van onderhoud. In het wegenbeheerplan 2025-2028 is rekening gehouden met een jaarlijkse investering in wegen en hiervoor zijn de middelen in de begroting beschikbaar gesteld.

Onderhoudslasten wegen (x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Groot onderhoud

5.308

4.958

4.609

4.260

Klein onderhoud

4.588

4.588

4.588

4.588

Totaal onderhoudslasten wegen

9.896

9.546

9.197

8.848

Openbare verlichting

Kwaliteitsniveau
De openbare verlichting van de gemeente wordt onderhouden op basis van de uitgangspunten veiligheid (er is voldoende goed werkende openbare verlichting) en betrouwbaarheid. Op basis van levensduur bepalen we (theoretisch) of de lichtpunten en armaturen voldoen. Als we kijken naar de theoretische levensduur dan is 9,8% van de masten ouder dan 40 jaar en 34% van de armaturen ouder dan 20 jaar. Dat betekent niet dat er sprake is van een onveilige en onbetrouwbare situatie. Voor de masten worden stabiliteitstesten uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de mast nog langer dan 40 jaar kan blijven staan. Ook armaturen worden frequent gecontroleerd en zo nodig worden lampen vervangen, om een betrouwbaar en veilig lichtbeeld te kunnen garanderen.

Middelen
Uitgangspunt bij vervanging is dat armaturen vervangen worden door (duurzame) led-verlichting. Daarnaast is in 2024 incidenteel geld vrij gemaakt om de openbare verlichting te verledden. Met deze middelen kunnen we in 2030 alle openbare verlichting voorzien hebben van led, conform onze klimaatdoelstelling. Inmiddels is met deze beschikbare middelen een start gemaakt met het vervangen van extra lampen door ledlampen. Deze vervanging wordt in 2026 en verder voortgezet. Als gevolg van de verleddingsopgave is er op dit moment geen opgave voor groot onderhoud. Jaarlijks is investeringsbudget beschikbaar om de traditionele verlichting te vervangen door led.

Onderhoudslasten openbare verlichting (x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Onderhoudskosten

1.946

1.946

1.946

1.946

Totaal onderhoudslasten openbare verlichting

1.946

1.946

1.946

1.946

Bruggen, tunnels en viaducten

Kwaliteitsniveau
Voor bruggen, tunnels en viaducten geldt dat 90% moet voldoen aan de basiskwaliteit. De bruggen, tunnels en viaducten schouwen we elk jaar (schoon en heel) en iedere drie tot vijf jaar vindt een technische inspectie (schoon, heel en veilig) plaats door een extern bureau (meest recente inspectie 2021). Uit de visuele inspectie van 2024 blijkt dat 93% voldoet aan de basiskwaliteit.
Bij bruggen en viaducten die aangelegd zijn vóór 2000 bestaat het risico dat de constructie niet meer voldoet, omdat de verkeersbelasting en -intensiteit sterk zijn toegenomen ten opzichte van de oorspronkelijke situatie en omdat wet- en regelgeving inmiddels aangescherpt zijn. Met technische inspecties kan niet in beeld worden
gebracht of de constructie nog veilig is. Door middel van specialistisch onderzoek, risicoanalyses en herberekeningen wordt nader onderzocht of maatregelen op korte of langere termijn noodzakelijk zijn. Indien een brug niet tijdig wordt versterkt of vervangen moeten maatregelen getroffen worden om de veiligheid te waarborgen. Dat kan bijvoorbeeld door een gewichtsbeperking in te stellen of de rijstroken/rijbanen af te sluiten voor zwaar verkeer. Kunstwerken die niet voldoen worden middels periodieke veiligheidsmonitoring gecontroleerd. Uit de huidige risicoanalyses blijkt dat 78 kunstwerken (van voor 2000) voldoen aan de huidige verkeersintensiteit en -belasting. 13 Kunstwerken voldoen met een ingestelde gewichtsbeperking van 30 of 45 ton. Met deze beperking voldoen deze kunstwerken aan de eisen. Los van de resultaten van technische inspecties en de genoemde herbeschouwingen zijn de risico’s van de kunstwerken voor gemotoriseerd verkeer gebouwd voor 2000 inzichtelijk en is duidelijk welke maatregelen getroffen moeten worden. Op dit moment lopen we geen acuut risico en heeft de berichtgeving over bruggen, tunnels en viaducten vooralsnog geen betrekking op Eindhoven.

Middelen
Uit de inspectieresultaten blijkt dat er voor de komende beheerperiode voldoende dekkingsmiddelen zijn om het onderhoud uit te kunnen voeren. Voor groot en klein onderhoud zijn middelen beschikbaar via het structurele exploitatiebudget. Beschikbare budgetten zijn in de onderstaande tabel weergegeven.   

Onderhoudslasten civiele kunstwerken (x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Groot onderhoud

770

770

770

770

Klein onderhoud

834

834

834

834

Totaal onderhoudslasten civiele kunstwerken

1.604

1.604

1.604

1.604

Groen

Kwaliteitsniveau
Voor verschillende gebieden hanteren we verschillende ambities voor het kwaliteitsniveau van groen. Voor de binnenstad van Eindhoven en de directe omgeving van het winkelcentrum Woensel hanteren we onderhoudsniveau Hoog (A). Voor de parken, natuur- en recreatiegebieden en de landbouwgebieden hanteren we onderhoudsniveau Laag (C). Voor zwerfafvalbeheersing in het groen hanteren we in alle functionele gebieden onderhoudsniveau Basis (B). Voor alle overige functionele gebieden hanteren we het onderhoudsniveau Basis (B). Van het groen dient 90% te voldoen aan deze kwaliteit. In 2024 blijkt dat 87% van het groen voldoet.

Middelen
In de begroting 2026 is (op basis van het Groenbeheerplan 2024-2027) budget begroot voor het uitvoeren van het geplande onderhoud en vervangingen van groen en bomen. Daarnaast zijn er in de periode 2026-2029 extra incidentele en structurele middelen (totaal over de periode 2026-2029: € 6,1 miljoen, bij Kadernota 2026) beschikbaar gesteld voor het deels inlopen van vervangingen. Hiermee is er naar verwachting tot en met 2029 voldoende dekking voor de onderhoudslasten van de kapitaalgoederen binnen het taakveld groen. In 2025 is het Beheerkader Groen ontwikkeld dat inzicht geeft in het ‘opgavegericht beheren en onderhouden’ en inzet van de incidentele en structurelere middelen voor inlopen van vervangingen. Vanuit de uitgangspunten voor spelen (en sporten) in de openbare ruimte en een uitvoeringsprogramma geven we een impuls aan de speelvoorzieningen onze stad (uitbreiding en onderhoud). De resultaten van de pilot uit 2025 met betrekking tot inclusief spelen worden hierin meegenomen.

Beschikbare budgetten (exploitatie): € 19,2 miljoen, aflopend naar € 17,9 miljoen in 2029. De daling wordt veroorzaakt door enkele budgetten zoals bijvoorbeeld het soorten management plan dat tot en met 2026 loopt.

De investeringen in groen worden niet meegenomen in deze paragraaf onderhoud kapitaalgoederen, omdat hier geen sprake is van onderhoud. Investeringen hebben, in tegenstelling tot kosten van onderhoud, wel invloed op de gebruiksduur van het actief. In het Beheerplan Groen is rekening gehouden met een jaarlijkse investering in groen en hiervoor zijn de middelen in de begroting beschikbaar gesteld.

Onderhoudslasten kapitaalgoed (x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Groot onderhoud exploitatielasten

0

0

0

0

Klein onderhoud exploitatielasten

19.168

18.310

17.750

17.871

Totaal onderhoudslasten kapitaalgoed

19.168

18.310

17.750

17.871

Water (inclusief riolering en oeverbescherming)

Kwaliteitsniveau
Er zijn geen onderhoudsachterstanden of specifieke ontwikkelingen. In de winter 2023 en voorjaar 2024 waren de grondwaterstanden uitzonderlijk hoog wat o.a. schades aan riolering heeft veroorzaakt. Die schades zijn in 2024 opgelost. In 2025 vindt reiniging en inspectie plaats in specifieke aandachtsgebieden, droogweer-afvoerstelsels en gebieden met een korte levensverwachting van de riolen. De gevolgen van deze inspecties worden in 2026 duidelijk en zullen verwerkt worden in het nieuwe WKA 2027-2030

Middelen
Om te voldoen aan onze zorgplichten, de gemeentelijke taken voor het stedelijke oppervlaktewater en de water gerelateerde klimaatadaptatie opgaven, werkt de gemeente met een Water en Klimaatadaptatie Aanpak (WKA) 2023-2026, voorheen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)). Voor het WKA is de voorziening 'riolering' gevormd. Deze voorziening is er speciaal voor vervangings- en uitbreidingsinvesteringen met betrekking tot riolering. Beschikbare budgetten (exploitatie) zijn voor de komende jaren geraamd op  € 7,9 miljoen.

Onderhoudslasten kapitaalgoed (x € 1.000)

2026

2027

2028

2029

Groot onderhoud exploitatielasten

0

0

0

0

Klein onderhoud exploitatielasten

7.936

7.936

7.936

7.936

Totaal onderhoudslasten kapitaalgoed

7.936

7.936

7.936

7.936

Voor inzicht in de tariefontwikkeling van de rioolheffing, moet jaarlijks het kostendekkingsplan worden geactualiseerd. Hiermee kunnen we schoksgewijze aanpassingen van het tarief voorkomen. In het WKA 2023 – 2026 is een strategische langjarige prognose voor vervangingsinvesteringen en verbetermaatregelen opgenomen. De langjarige prognose bevat een zo reëel mogelijke planning, maar we weten op voorhand niet exact hoe het realisatietraject verloopt. We verwachten dat het saldo van de voorziening vervanging riolen eind 2026 daalt naar € 1,4 miljoen. Op basis van het WKA 2023 - 2026 worden vervangings- en verbeteringsinvesteringen uitgevoerd. Hiervoor is het dekkingsplan geactualiseerd: de begrote investeringen voor 2026 bedragen € 13,5 miljoen.

Gemeentelijk vastgoed

Beleidskader
Vanuit de verantwoordelijkheid als eigenaar verzorgt de gemeente het technisch, administratief en juridisch beheer van de in eigendom zijnde gebouwen, niet zijnde de panden waarvoor deze rol is ondergebracht bij derden, zoals o.a. de gemeentelijke parkeergarages en de onderwijspanden waarvan het eigendom bij de scholen ligt. De kantoorpanden voor eigen huisvesting worden structureel beheerd en gerenoveerd vanuit een contract met IMPULS! en vallen ook buiten dit beleidskader. Conform het vastgestelde beleid “Spelregels vastgoedbeleid 2020” hanteren wij in de gebouwenexploitatie Conditie Afhankelijk Onderhoud (NEN 2767) voor de permanente gemeentelijke gebouwen. Hierbij is tevens het minimaal onderhoudsniveau vastgesteld op conditie 3 "redelijk", dat betekent dat de gebouwen dienen te voldoen aan de gestelde veiligheidseisen ten aanzien van het (beoogde) gebruik.

Kwaliteitsniveau
De actuele staat van onderhoud van de gemeentelijke gebouwen die permanent bij ons in beheer zijn voldoet, conform het uitgangspunt aan conditieniveau 3. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Enkel bij de panden die op de verkooplijst worden vermeld of gepland staan voor sloop, is er sprake van een lagere onderhoudsconditie, waarbij geldt dat verloedering niet acceptabel is.

Middelen:
Vanaf 2026 zal het planmatig onderhoud weer middels een voorziening gaan.
Voor het daadwerkelijk instellen van de bijbehorende onderhoudsvoorzieningen wordt een separaat raadsvoorstel voorgelegd o.b.v de geactualiseerde onderhoudsplannen. De storting in onderhoudsreserve is met de extra toegekende middelen voldoende (structureel € 1.2 miljoen). Maar er is nog een structureel tekort in de exploitatiebudgetten voor het dagelijks onderhoud. Gevaarlijke situaties en kapitaalvernietiging worden voorkomen.

Onderhoudslasten kapitaalgoed (x € 1.000)

2025

2026

2027

2028

2029

Exploitatie onderhoud

4.108

4.832

4.831

4.837

4.774

Planmatig onderhoud

2.393

2.709

2.605

2.610

2.612

Totaal onderhoudslasten kapitaalgoed

6.501

7.541

7.436

7.447

7.386

De vervangingsinvesteringen in vastgoed worden niet meegenomen in deze paragraaf onderhoud kapitaalgoederen, deze staan in paragrafen 3i. Investeringen. Er zijn voldoende middelen in de begroting om de investeringen te dekken.

Deze pagina is gebouwd op 09/30/2025 11:24:30 met de export van 09/30/2025 11:14:31