Paragrafen

3a. Lokale heffingen

Toelichting op belastingen

Woonlasten

In de tabel hierna worden de gevolgen van de indexering van de tarieven weergegeven voor de begrote baten ten aanzien van de onroerende-zaakbelastingen (hierna: OZB), rioolheffing-eigendom en de afvalstoffenheffing. Tevens wordt de stijging van de baten als gevolg van de groei van de stad genoemd; het accres. De baten van de
rioolheffing-gebruik en de reinigingsrechten zijn hierin niet meegenomen omdat dit heffingen zijn die niet voor elke eigenaar of gebruiker van een woning of niet-woning relevant zijn. Dit betreft een overzicht op begrotingsniveau; de percentages op het niveau van de individuele belastingplichtige kunnen hiervan afwijken. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de WOZ-waarde en de gezinssamenstelling. De ontwikkeling van de WOZ-waarde kan leiden tot een, in verhouding, lagere of hogere relatieve lastenontwikkeling. Verder is voor de afvalstoffenheffing de grootte van het huishouden van belang, waardoor het aandeel van de afvalstoffenheffing in de totale woonlastenaanslag kan afwijken van het totale aandeel van de afvalstoffenheffing op begrotingsniveau.

Conform de Kadernota 2026 bedraagt de reguliere indexering voor de OZB woningen in 2026 3,5% en voor de OZB niet-woningen 6%. Deze indexering wordt berekend met als basis de bijgestelde begroting van 2025.
Dit leidt op begrotingsniveau tot een stijging van de woonlasten voor woningen met 3,2%. De begrote opbrengst in verband met de stijging van het tarief van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing stijgt met respectievelijk 3,3% en 2,5%. Voor niet-woningen (bedrijven) stijgen de lasten in verband met de tariefstijging op begrotingsniveau met 5,9%.

Bedragen x 1 mln euro

Baten

Stijging 2026 in mln euro

Baten

      Stijging in %      

2025

i.v.m. tarief

i.v.m. accres

2026

 i.v.m. tarief

OZB woningen

43,4

1,5

0,7

45,6

3,5%

Rioolheffing eigendom woningen

23,8

0,6

0,3

24,7

2,5%

Afvalstoffenheffing

32,9

1,1

1,5

35,5

3,3%

Woonlasten

100,1

3,2

2,5

105,8

3,2%

OZB eigendom niet-woningen

31,2

1,9

0,2

33,2

6,0%

OZB gebruik niet-woningen

19,5

1,2

0,1

20,8

6,0%

Rioolheffing eigendom niet-woningen

1,5

0,0

0,0

1,6

2,5%

Lasten niet-woningen

52,2

3,1

0,3

55,6

5,9%

Onroerende-zaakbelasting (OZB)

De opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen is begroot op € 99,7 miljoen. Voor de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen is de jaarlijkse herwaardering als gevolg van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) van belang. De uitkomsten hiervan zijn mede bepalend voor de tarieven onroerende-zaakbelastingen voor 2026. De nu voorgestelde tarieven zijn berekend op basis van de huidige beschikbare gegevens. De definitieve tarieven worden in december 2025 door de raad vastgesteld. De tarieven van december hebben geen invloed op de begrote opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen.

Afvalstoffenheffing

Na stabilisering van de (verwerkings)markt na de coronapandemie in 2022, is nu sprake van sterk fluctuerende (mondiale) marktontwikkelingen. Dit resulteert in, op onderdelen, hogere verwerkingskosten of lagere opbrengsten (textiel). Ook zien we voor 2026 een stijging van personeelskosten als gevolg van inflatie en CAO-ontwikkelingen. Verder zijn de werkzaamheden van Cure uitgebreid met onder andere handhavingstaken bij afvalovertredingen, hetgeen voorheen door de gemeente werd uitgevoerd. In combinatie met enkele kostenbesparende maatregelen heeft dit per saldo geleid tot een kostenstijging in de begroting van Cure. In combinatie met de gemeentelijke kosten, heeft dit geresulteerd in een gewogen gemiddelde tariefstijging van de afvalstoffenheffing van 3,3%. De verwachting is dat de tarieven de komende jaren verder zullen stijgen om de afvalinzameling kostendekkend te houden.

Rioolheffing

Ten aanzien van de rioolheffing geldt dat het beleid voor de zorgplichten en de onderbouwing hiervan, zijn vastgelegd in de Water- en Klimaatadaptatie Aanpak (WKA). Eind 2022 is de WKA (2023 – 2026) vastgesteld door de raad. Aspecten die in de WKA 2023-2026 aan bod komen zijn de reguliere taken voor het op peil houden van de afval-, hemelwater-, grondwater- en oppervlaktewatervoorzieningen, die samenhangen met de wettelijke watertaken, de aanscherping van (Europese) wetgeving, en de samenhang met (her)inrichtingen en ruimtelijke ontwikkelingen in de stad uitgewerkt.

Kwijtschelding

De voorwaarden voor het verlenen van kwijtschelding van belastingen en heffingen zijn geregeld in de Invorderingswet 1990. De beleidsmatige regeling is beschreven in de Leidraad Invordering.

Deze pagina is gebouwd op 09/30/2025 11:24:30 met de export van 09/30/2025 11:14:31